Dag 1 – 2 – Colombo
Vandaag vliegt u naar Colombo, de hoofdstad van Sri Lanka. Na aankomst op de luchthaven in de vroege uurtjes van dag 2 volgt de transfer naar uw accommodatie. Overnachting in Colombo.
Dag 2 – Colombo
In de morgen eerst bijslapen.
Lunch in het hotel.
Tijdens een initiatiebezoek aan Colombo gaan we al iets opsteken over het boeddhisme, ontegensprekelijk de voornaamste godsdienst op dit eiland.
Maar ook de andere religies komen aan bod. Zo bezoeken we eveneens een hindoe tempel, een Hollandse kerk uit de tijd van de “Heren van de “VOC” en een moskee.We schenken natuurlijk ook aandacht aan de gouvernementele gebouwen uit de Britse koloniale tijd, zoals “parliament”, “independence hall”. Charmant is ook een wandeling langs de oceaan: “Galle Face-Marine Drive”. Diner en overnachting in hotel The Kingsbury.
Dag 3 – Colombo
Van het oude Singalese stadje Kotte bleef hoegenaamd niets meer over na de passage van de koloniale mogendheden. De Portugezen bouwden er hun belangrijkste overzeese basis (na die van Goa in India). Maar hun grandioze “Fort” (nu nog slechts de naam van een stadswijk) werd stukgeschoten door de superieure kanonnen van de Hollanders van de “ V.O.C.”, de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Ook van de heropbouw onder de Hollanders bleef er, op een paar kerken en Hollandse huizen na, niet veel meer overeind toen de Engelsen het hele eiland onder controle kregen en Colombo tot hoofdstad maakten. De stad viel quasi zonder slag of stoot in hun handen, maar doordat de Engelsen de haven geweldig uitbreidden en moderniseerden met nieuwe pakhuizen en fabrieken moesten de oude verdedigingswerken, grachten en stadspoorten er zwaar aan geloven. De Britse gouvernementele gebouwen staan nog wel overeind en kregen meestal een eerbiedwaardige functie in het onafhankelijke Sri Lanka van na de tweede wereldoorlog. Een zeker exotisme in de volkse wijk “Pettah” te na, is snel de drukte van Colombo ontlopen niet zo’n slecht idee. Zo vinden we de Kelanya tempel aan de rand van de stad. Het leven van Boeddha en de geschiedenis van de Singalese koningen worden er minutieus weergegeven op reusachtige muurschilderingen. Dit is één van de weinige plaatsen die de Boeddha op dit eiland bezocht heeft. Er torent een heuse dagoba boven het heiligdom uit. Dit is een gemetste halve bol (als een omgekeerde rijstkom), vaak huizenhoog, met een pinakel bovenop en een relikwie van Boeddha binnenin. Het exemplaar van Kelanyia is alleszins één van de oudste. De lunch gebruiken we in een lakaal restaurant.
Diner en overnachting in ons hotel.
Dag 4 – Colombo – Negombo
Aan het “Dutch canal” wacht een motorboot ons op voor een rustige vaart. Dobberend langs de achtertuintjes is dit een zeer fotogenieke en ontspannende tocht. Soms duikt een varaan op uit het brakke water.
Ons busje met de bagage wacht ons op aan een steiger langs het kanaal en voert ons verder naar Negombo aan de oceaan. Bij een brug over een uitloper van een heuse lagune komen de indrukwekkende zeilen van de zee-catamarans in zicht. Lunch in ons hotel.
Siësta onder de palmen aan het strand van ons hotel.
In de late namiddag gaan we het vissersstadje Negombo verkennen. Hier wonen vele christenen, die kleine zwarte varkentjes houden. We gaan natuurlijk een kerkje binnen en kunnen ook een korte avondceremonie in een hindoetempeltje meepikken. Diner en overnachting in hotel Jetwing Beach.
Dag 5 – Negombo – Anuradhapura
We mengen ons tussen het gewoel op het strand van Negombo terwijl de vissers nog volop binnenvaren met hun sierlijke catamarans.
Daarna doorkruisen we een regio vol enorm uitgestrekte kokosplantages.
Van de kokospalm gaat niets verloren.
Uit de stam klieft men steunbalken, van de takken worden meubeltjes gemaakt , de langwerpige bladeren zijn interessant materiaal om mandjes te vlechten, en de noot zelf is uiteraard goed voor consumptie. De bast van de vrucht kan dienen als brandstof of om er matten mee te maken. Maar nu het lekkerste: het sap dat uit de bloem wordt getapt heet toddy. Dat melkkleurige goedje begint dadelijk te gisten en wordt door de “locals” gedronken als een soort bier, een erg verraderlijk goedje overigens. Men kan dat sap ook distilleren en dat is dan de vermaarde arak. Deze “booze” is bijzonder zacht van smaak en leent zich perfect voor het bereiden van cocktails.
Verder landinwaarts naar de “dry-zones”.
Dit is een gebied vol stuwmeren (“watertanks” - “wewas”) waarin het regenwater van de zomermoesson wordt opgevangen om tijdens het droge seizoen aan irrigatielandbouw te kunnen doen. De Singalese monarchen waren al in de derde eeuw voor Chr. begonnen met het bouwen van dijken en het graven van meren en kanalen. Die installaties doen het heden ten dage nog altijd. Lunch in een lokaal restaurant.
Wat vandaag ontegensprekelijk het meeste indruk op ons zal nalaten is het rechtopstaand beeld van Boeddha te Aukana: een granieten monoliet van 12 meter hoog uit de vijfde eeuw. Een meesterlijke combinatie van gratie en ingetogenheid. Verder naar Anuradhapura. (vrij lange rit en aankomst in het donker. Diner en overnachting in Palm Garden Village Hotel.
Dag 6 – Anuradhapura
Toen de Indische keizer Ashoka in de derde eeuw voor Christus het boeddhisme uitriep tot staatsgodsdienst van zijn onmetelijke rijk zond hij meteen missionarissen uit om de nieuwe ‘heilsleer’ te verkondigen.
De eerste buitenlandse missie ging naar het nabijgelegen eiland Sri Lanka.
Te Mihintale op een heilige rots, hoog boven de omliggende jungle, kreeg de Singalese vorst zijn eerste lessen in het boeddhisme rechtstreeks van Mahinda, zoon van de machtige Indische keizer. Een monumentale trap leidt ons naar de top van de rots, waar we een goed uitzicht hebben op de vele gigantische dagoba’s van de koninklijke stede bij uitstek: Anurathapura.
Lunch in ons hotel.
Anuradhapura was gedurende meer dan 1000 jaar de hoofdstad van het Singalese koninkrijk en tevens de bakermat van de verspreiding van het boeddhisme tot in de verre uithoeken van Azië.De koningen waren de beschermheren van de kloosters, en haalden zelf ook voordeel uit de perfecte organisatie van de boeddhistische clerus en hun hoge graad van geletterdheid.Zo werd de hoofdstad met haar brede avenues een aaneenrijging van kloosters, tempels, bibliotheken en dagoba’s, waarvan sommigen kunnen wedijveren met Egyptische piramiden. Elke koning met macht en aanzien voelde zich geroepen om zijn steentje(s) bij te dragen. Natuurlijk staat ook hier een Bo-boom, een exemplaar van meer dan 2000 jaar oud. De Latijnse benaming is de “ficus religiosus”. Die boom is heilig omdat prins Siddharta Gautama tot zijn verlossende inzicht was gekomen nadat hij in lotushouding lange tijd onder zo’n boom had zitten mediteren. Hij kreeg toen het epitheton “Boeddha”, de verlichte. De benaming Bo-boom of voluit Boddhi- boom behoeft aldus geen verdere uitleg.
De boeddhistische missionarissen namen op hun verre rondreizen steevast enkele stekken van die boom mee om ze te planten in elke missiepost. Hier twijfelt niemand eraan dat de ficus van de heilige stad Anuradhapura een directe nazaat is van die originele Bo-boom. Diner en overnachting in het hotel.
Dag 7 – Anuradhapura – Trincomalee (oostkust)
De stad Trincomalee kende een bewogen geschiedenis: door haar strategische ligging was Trinco - zoals de havenstad kortweg wordt genoemd - van een enorm belang voor alle koloniale mogendheden, die van hieruit niet alleen Ceylon zelf , maar ook de zeeweg naar de oostkust van India konden controleren. De Portugezen, die elk spoor van beschaving van voor hun komst hadden willen uitwissen, vonden het wijselijk om de oude hindoetempel dan maar vanop de kliffen de zee in te kieperen. Ook de Hollanders, de Fransen en vooral de Engelsen zouden er hun sporen nalaten met de aanleg van de haven en de enorme fortificaties daarvan. Gedurende de tweede wereldoorlog moest Trinco, als hoofdkwartier van de geallieerde zeestrijdkrachten in Zuidoost-Azië, menige aanvallen vanuit de zee en vanuit de lucht incasseren.
Lunch in ons hotel.
Vrije namiddag aan de mooie stranden, waarvoor de oostkust van Sri Lanka zo vermaard is.
Diner en overnachting in Pigeon Island Beach Resort.
Dag 8 – Trincomalee
We maken een geschiedkundige duik in de aspiraties van de westerse pioniers van weleer. De fabelachtige rijkdommen van het verre oosten leken toen zo “grijpbaar” dichtnabij, ware het niet dat er per slot van rekening toch van deeg voor gevochten moest worden: er waren nu eenmaal vele concurrenten, zonder de onverschrokken piraten te vergeten. Het formidabele ”Fort Frederick” bekroond met de Swami rots biedt machtige uitzichten op “Back Bay” en “Dutch Bay”. Nostalgiekers van de geschiedenis van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) komen er ruimschoots aan hun trekken.
Lunch in ons hotel (niet inbegrepen).
Overnachting in ons hotel.
Dag 9 – Trincomalee – Giritale
En route naar hartje “Rajarata”, het oude rijk der koningen.
We installeren ons in het hotel te Giritale, van waaruit de meeste monumenten in de regio gemakkelijk bereikbaar zijn.
Lunch in ons hotel.
Polonnaruwa was de hoofdstad van Sri Lanka ten tijde van onze volle middeleeuwen. Dit bezoek is enigszins vergelijkbaar met dat van de heilige stad Anurathapura: dagoba’s, koninklijke baden, tempels, kloosters. De monumenten zijn hier echter veel beter bewaard gebleven.Het boeddhistische artistieke canon had in de loop der tijden al heel wat elementen uit het hindoeïsme overgenomen. Indiase concubines uit de koninklijke harem bepaalden kennelijk mede de stijl en de mode.Een reusachtige granieten liggende Boeddha stelt zijn gelukzaligheid in het nirwana voor, terwijl een forse lingam in een hindoetempel ons weer dichter bij de aardse realiteit brengt met haar begeertes, passies en genoegens. Het eeuwenoude netwerk van dammen, stuwmeren en kanalen is nog steeds operationeel. De ploegen die vandaag-de-dag nog door buffels worden voortgetrokken zijn van hetzelfde type als die uit de Middeleeuwen.
Diner en overnachting in Deer Park Hotel.
Dag 10 – Giritale
Mogelijk dat we al voor de wekdienst wakker schrikken door het kabaal van zotte apen die over de daken huppelen en aan de vensters komen gluren.
De leeuwenrots van Sigiriya …. of “paranoia” verheven tot hogere kunstvorm!! Vele eeuwen voor van ‘Mack Beth’ nog maar sprake was, had een koning “Kasiyapa” genaamd, zijn vader vermoord. Om de wraak zijner broers te ontlopen vluchtte hij de jungle in en bouwde op een hoge rots zijn onneembaar fort. Ook al heeft het lot dit ‘archetype-vadermoordenaar’ niet gespaard, heeft deze levenskunstenaar zich toch nog vele jaren kunnen uitleven aan lusten en genot in zijn hoge cocon. De fresco’s van zijn ‘goed voorziene’ concubines, uitgevoerd op de rotswand in tempera, behoren tot de topwerken van de Aziatische schilderkunst uit het eerste millennium. Via de leeuwenpoort kunnen de sportievelingen onder ons tot op de top van de rots klimmen voor een schitterend uitzicht over de jungle rondom rond.
Lunch in lokaal hotel.
Genieten van de wondere natuur van ‘Rajarata’, tijdens een vrije namiddag.
Indien het weer het toestaat maken we een safari met jeeps in een Eco-park.
Diner en overnachting in ons hotel.
Dag 11 – Giritale – Kandy
We beklimmen de heilige rots van Dambula, waar eeuwenlang boeddhistische monniken zich konden terugtrekken in volstrekte afzondering. Er staan honderden beelden van Boeddha in een 5-tal immense grotten. Vooral de beschilderde plafonds zijn interessant want ze verhalen over het reilen en zeilen van Boeddha en zijn quasi apocalyptische kwellingen toen hij - nog voor zijn status van verlichting - werd uitgedaagd, gepest en verleid door een bende schaars geklede deernen en een horde komische demonen.
Van heuvelland naar bergstreek.
De weg begint langzaam te stijgen en de natuur wordt weelderiger. We zien Tamils werken in rubberplantages. Deze mensen hebben geen familiebanden met de Tamils van het noorden en het oosten van het eiland. Het betreft hier afstammelingen van immigranten die in de Brits koloniale periode uit India overgebracht werden om in de nieuwe rubber- en theeplantages te komen werken. Men noemt hen dan ook vaak: ‘India-Tamils’ of ‘Tea-Tamils’, maar dat komt bij hen nogal denigrerend over. ‘Rubber-Tamil’ zou ik maar liever niet riskeren. Het zijn anders wel goedlachse mensen die donkerder getint zijn dan de Arische Singalezen. Dit gebied is vooral bekend voor zijn “spice gardens”, die vaak in handen zijn van moslims. Ze zijn trots op hun afstamming van Arabische handelaren die zich hier honderden jaren geleden hadden gevestigd om er de inderdaad “peperdure” kruiden en edelstenen op te kopen. Een perfecte combinatie van een rijke rode bodem, de juiste temperaturen, een constante luchtvochtigheid en de ideale hoogte maakt dat hier de sprankelendste vegetatie van Sri Lanka voorkomt. Een streling voor het oog en een festijn voor de neus.
Lunch in “spice garden”.
We kiezen en plukken mee de kruiden in de tuin. En wanneer de kok onze maaltijd voor onze ogen zal bereiden, genieten we van een exotische cocktail op basis van arak en vers fruit. ‘Le plat du jour’… uiteraard heerlijke curries.
Rit naar Kandy, waar we tijd nemen om ons te installeren voor 3 nachten in een luxehotel aan de oevers van de snelstromende Mahaweli. Kandy was de laatste koninklijke hoofdstad van Sri Lanka tot het moest zwichten voor de overmacht van de Engelse kanonnen in 1815. Het economische en politieke zwaartepunt verhuisde toen definitief naar de havens, maar de Britse families bouwden hier hun cottages om tijdens de moessonperiode het zwoele Colombo te ontvluchten. Ook nu nog hebben de meeste Sri Lankaanse “families of means” wel ergens een riant optrekje in de bergen rond de stad. Maar het centrum van de stad barst zowat uit haar voegen, zodat het er - de ronkende beschrijvingen ten spijt - niet erg gezellig is om te kuieren. Westerlingen vallen nu eenmaal op en worden vaak aangeklampt. Niets is vervelender.
Geen nood, in dit programma zullen we daaraan volledig kunnen ontsnappen.
We beperken ons tot het belangrijkste monument te Kandy zelf en zullen verder vooral de unieke omgeving verkennen. Daar lopen weinig of geen toeristen voor de voeten, is de sfeer niet bedorven en zijn de mensen nog “echt”. Bovendien bezoeken we er enkele van de mooiste tempels van het eiland !
Diner en overnachting in Hotel Mahaweli Reach.
Dag 12 – Kandy
Op een uurtje rijden naar het westen bereiken we een “elephant orphanage”.
Er wordt in Sri Lanka op beperkte schaal jacht gemaakt op wilde olifanten. Die maken het soms al te bont wanneer ze de moeizaam aangelegde plantages vertrappelen of de oogst van een veld in een oogwenk verorberen. Na het neerschieten van de vernielzuchtige gigant gaat men de kleintjes opzoeken in de jungle om ze dan onder te brengen in een weeshuis. Hun pleegouders zijn getemde olifanten. Wij brengen de weesjes een bezoek en mogen assisteren bij hun ontbijt: ze drinken een verbazend groot aantal mega-papflessen in een mum van tijd leeg. Daarna gaan ze naar bad in de rivier, groot en klein “al ’t hope”. Zulks trekt natuurlijk heus wat toeristen aan. Al goed, want daardoor kan dit kostelijke project gefinancierd worden. Men laat de olifanten gelukkig geen kunstjes doen. Integendeel, in de rivier organiseren ze zich volgens de kuddehiërarchie. De volwassen dieren vormen met hun kolossale lijven een dam opdat de speelse kleintjes niet zouden meegesleurd worden door de stroming.
Lunch in een lokaal restaurant met zicht op het olifanten bad (niet inbegrepen).
De Engelse botanische tuinen zijn zo-wie-zo wereldvermaard. Maar wat de vroegere kolonisator hier heeft gerealiseerd is ‘onovertrefbaar’. Het is er heerlijk flaneren tussen de bamboestammen, onder tropische lianen of langs de oevers van de Mahaweli. Er bloeien ook honderden soorten orchideeën. Verliefde paartjes hebben al lang de weg naar hun ‘hof van Eden’ gevonden. Kleurige parasols gunnen hen de nodige privacy in dit publieke park. Er lopen speciaal parkwachters rond die de koppeltjes met een schril fluitje terug tot enige “zedelijke conventionaliteit” moeten brengen! In de vooravond assisteren we een optreden van de “Kandyan dancers”. Onder een opzwepend en oorverdovend tromgeroffel werken elegante mannen met geoliede torso’s zich in het zweet tijdens een krijgshaftige dans. Ze oefenen zich voor de jaarlijkse Perahera-processie, want dan escorteren zij de majestueuze olifant die de tand van Boeddha in een gouden schrijn op zijn rug meetroont.
Diner en overnachting in ons hotel.
Dag 13 – Kandy
De omgeving van Kandy met haar oude landhuizen in zogenaamde Hollandse stijl is van een lyrische schoonheid. Daar bevinden zich enkele zeer oude tempeltjes, die tot op de dag van vandaag in gebruik zijn.Zo beklimmen we een heilige rots naar de Gadeladeniya tempel. Daarna bezoeken we de hindoe tempel van Lankatilaka en terug een Boeddhistische tempel, volledig uit hout en met prachtige reliëfs, te Embeke. Elk van de drie is een juweeltje.
Zonder veel omhaal komen gewone boerenmensen er hun dagelijks offertje brengen. Ware devotie, in perfecte symbiose met de schoonheid van het land.
Lunch in een lokaal restaurant of ons hotel (niet inbegrepen).
In de namiddag gaan we naar de tempel van de tand, de “Dalada Maligawa”, gelegen aan het meer in het centrum van Kandy.Van oudsher was de koninklijke familie de beschermer en ‘eigenaar’ van wellicht de belangrijkste relikwie van Boeddha. Het betreft zijn “linkerbovenhoektand”. Dit waardevolle hebbeding legitimeerde namelijk de macht van de koningen van Sri Lanka.
Telkens wanneer er wegens oorlogen of invallen van over zee noodgedwongen moest gekozen worden voor een nieuwe hoofdstad, verhuisde de tand uiteraard mee. Maar toen de Engelsen het hele eiland onderwierpen en Colombo de nieuwe hoofdstad werd, besloten zij wijselijk om de tand van Boeddha in de oude paleistempel van Kandy te laten. Daar is de tand nog steeds het voorwerp van een uitzonderlijke verering en trekt ze boeddhistische bedevaarders aan van over heel de wereld.Geniaal van de Britten om zo “tand en macht”, of “religie en staat” van elkaar te scheiden. Elke avond wordt dit zo kostbare kleinood in een soort monstrans aan de menigte getoond. Dit devotionele moment wordt opgeluisterd met een hels lawaai van schelle bellen, heidens tromgeroffel en schetterende schalmeien. Dagelijks assisteren duizenden gelovigen deze ceremonie en ondanks de heisa van het gebeuren straalt de devotie van hen af. Zulks kan alleen maar in Azië !
Diner en overnachting in ons hotel.
Dag 14 – Kandy – Nuwara Eliya
Naar het dak van de wereld.
Bijzonder mooie ritten met vele haarspeldbochten en prachtige vergezichten.We stijgen vaak boven de wolken uit en het wordt beduidend koeler. Wanneer we de boomgrens bereiken zien we een eindeloos tapijt van theevelden over de heuvelruggen. De beste thee groeit op de hoogste flanken. Uiteraard bezoeken we er ook een “tea-estate” met daarin een
thee-verwerken fabriekje.
Lunch in een restaurant met mooi uitzicht over een diep dal.
In de late namiddag komen we aan te Nuwara Eliya, ook wel eens “Little England” genoemd, op een hoogte van +/- 2000 meter.
Het waren de Engelsen die de theeplant hadden geïntroduceerd in Sri Lanka. Deze groots opgevatte industrie groeide uit tot een bijzonder lucratieve business, geconcentreerd rond Nuwara Eliya. Dat merkt men aan de architectuur van de cottages en de hotels uit het “fin du siècle”.
We logeren dan ook in zulk een Brits koloniaal hotel, dat met haar mooie tuinen, ouderwetse kamers en gangen, meteen de voornaamste bezienswaardigheid van Nuwara Eliya is. Hoge plafonds, krakende planken vloeren, ‘cosy bar & biljard room’ … voor de mannen stropdas en ‘veston’ aanbevolen. Zelfs de Sri Lankaanse president heeft er ooit met behoorlijk rode oortjes een ‘plastronneke’ moeten kopen om braafjes binnen te mogen.
Diner en overnachting in Grand Hotel annex de even ‘British’ HILL CLUB.
Dag 15 – Nuwara Eliya – Bandarawela
Mooie afdalingen met waarlijk schitterende vergezichten.
In de Hakgala Gardens groeien nog de inheemse reuze boomvarens.
Te Sita Eliya staat een klein tempeltje aan de rand van een ravijn.
Hier werd de ontvoerde prinses Sita, vrouw van de Indiase held Rama, door de demon der demonen, Ravana genaamd, gevangen gehouden. Ter bevrijding van dit ‘mooie stuk onschuld’ ontbrande er een formidabele mythologische oorlog, waar geen mens of dier, en zelfs de goden niet aan ontkwamen. Hoe dat allemaal tot een (relatief) goed einde kwam staat beschreven in het grootste epos aller tijden: de “Ramayana”. Maar hoe de beeldmooie Sita beloond werd voor haar trouw aan Rama vertellen we pas ter plaatse.
Lunch in ons hotel.
We schudden handjes met een voorname brahmaan in zijn tempeltje, en doen een schietgebedje in de kerk van Sint Antonius, die eveneens aanbeden wordt door de hindoes. We zien boeddhistische seminaristen vlijtig studeren in hun klooster en vlak bij ons hotel ligt er een ‘schattig’ moskeetje … Sri Lanka in miniatuur!
Diner en overnachting in Bandarawela Hotel.
Dag 16 – Bandarawela – Rathnapura
Vandaag dalen we af tot bijna-zeeniveau. We zetten regelmatig ons busje aan de kant bij watervallen van wel honderden meters hoog. Rathnapura, gelegen in de laagvlakte aan de voet van de majestueuze bergen, is het centrum van de delfplaatsen voor “gems” en edelstenen, die al sinds ‘Mesopotamische tijden’ werden verhandeld naar het Nabije Oosten.
Lunch in ons hotel.
We kunnen eens gaan kijken naar een delfplaats van halfedelstenen, maar het grote heiligdom van Rathnapura steelt de show: de “Maha Samaan Devala” , een boeddhistische tempel onder patronage van de hindoegod Samaan, heer van Adamspeak, zeg maar de ‘Sri Lankaanse Olympos’.
Diner en overnachting in Rathnaloka Tour Inns Hotel.
Dag 17 – Rathnapura – Induruwa
Tegen de middag bereiken we de Indische Oceaan aan de westkust van Sri Lanka.
Lunch in ons hotel (niet inbegrepen).
Vrije namiddag.
Diner en overnachting Hotel Pandanus.
Dagen 18 – 19- Induruwa
De hagelwitte stranden van Sri Lanka zijn effectief van een paradijselijke schoonheid.De kokospalmen groeien er tot aan de rand van de azuurblauwe oceaan.Dit is aldus de ideale plek voor een paar vrije dagen.
Tip: Een tweetal boottochten.
De Bentota rivier is omzoomd met statige apenbroodbomen en dikke mangrove aan de oevers.
De Madu Ganga is een uitgestrekte rivierdelta met een boeddhistisch kloostertje op een piepklein eilandje. Aalscholvers en ‘kingfishers’ doen er zich tegoed aan hun vette buit en garnaalvissers in kleine bootjes inspecteren hun fuiken.
Voor de vrije middagmaaltijden zijn er heerlijke à la carte mogelijkheden (niet inbegrepen).
Diner en overnachting in ons hotel.
Dag 20 – Induruwa – Colombo
Vrije voormiddag.
We houden de kamers tot de middag.
Lunch in ons hotel.
In de namiddag vertrekken we naar de luchthaven van Colombo.
Diner onderweg (niet inbegrepen).
Dag 21 – Huiswaarts
Vluchten (onder voorbehoud) met “Emirates” met overstap te Dubai.